Op deze pagina vind je een aantal belangrijke highlights & tabellen terug, die je als las-deskundige altijd bij de hand wilt hebben!
Belangrijkste geldigheidsgebieden volgens EN-ISO 9606-1
neergesmolten dikte per proces in de proef
s |
Geldigheidsgebied a,b |
s < 3 | s tot 3c
of s tot 2sc grootste van beide |
3 ? s <12 | 3 tot 2s d |
s ? 12e,f | ? 3f |
a Voor een enkelvoudig lasproces en hetzelfde type toevoegmateriaal is s gelijk aan de moedermateriaal dikte t.
b Voor aftakkingen is het geldigheidsgebied voor de neergesmolten dikte : -??????? Opgezette verbinding zie voorbeeld, Figuur 1 a), de neergesmolten dikte van de aftakking -??????? Ingezette of doorgestoken verbindingen: zie voorbeeld, Figuur 1 b) en c), de neergesmolten dikte van de hoofdpijp of mantel c Voor autogeen lassen (311): s tot 1,5s d Voor autogeen lassen (311): 3 tot 1,5s e De kwalificatieproef moet in tenminste 3 lagen gelast worden f Voor meervoudig processen, s is de neergesmolten dikte per proces. |
Tabel 4 ? Geldigheidsgebied voor neergesmolten dikte van stompe lassen, EN-ISO 9606-1
Afmetingen in mm | |
Buitendiameter proefstuka
D |
Geldigheidsgebied |
D ? 25 | D tot 2D |
D > 25 | ? 0,5D (25 mm min.) |
a Voor holle profielen is D de afmeting van de kleinste zijde. |
Tabel 5 ? Geldigheidsgebied voor uitwendige diameter
Materiaaldikte van het proefstuk t | Geldigheidsgebied |
t < 3 | t tot 2t, of 3, grootste van beide |
t ? 3 | ? 3 |
Tabel 6 ? Geldigheidsgebied voor de materiaaldikte van het proefstuk voor hoeklassen, EN-ISO 9606-1
Testpositie van proefstuk | Geldigheidsgebied | ||||
PA
Onder de hand |
PC
Uit de zij |
PE
Boven het hoofd |
PF
opgaand |
PG
neergaand |
|
PA | x | ? | ? | ? | ? |
PC | x | x | ? | ? | ? |
PE (plaat) | x | x | x | ? | ? |
PF ( plaat ) | x | ? | ? | x | ? |
PH (pijp) | x | ? | x | x | ? |
PG ( plaat ) | ? | ? | ? | ? | x |
PJ (piip) | x | ? | x | ? | x |
H-L045 | x | x | x | x | ? |
J-L045 | x | x | x | ? | x |
OPMERKING Zie ook 5.3. | |||||
x????????? duidt die lasposities aan waarvoor de lasser wordt gekwalificeerd
?????????? duidt die lasposities aan waarvoor de lasser niet wordt gekwalificeerd |
Tabel 7- Geldigheidsgebied voor lasposities van stompe lassen, EN-ISO 9606-1
Testpositie van proefstuk |
Geldigheidsgebied | ||||||
PA Onder de hand | PB Horizontaal | PC Uit de zij |
PD Boven het hoofd |
PE Boven het hoofd |
PF Opgaand | PG neergaand |
|
PA | x | ? | ? | ? | ? | ? | ? |
PB | x | x | ? | ? | ? | ? | ? |
PC | x | x | x | ? | ? | ? | ? |
PD | x | x | x | x | x | ? | ? |
PE (plaat) | x | x | x | x | x | ? | ? |
PF (plaat) | x | x | ? | ? | ? | x | ? |
PH (pijp) | x | x | x | x | x | x | ? |
PG (plaat) | ? | ? | ? | ? | ? | ? | x |
PJ (pijp) | x | x | ? | x | x | ? | x |
OPMERKING Zie ook 5.3. | |||||||
x????????? duidt die lasposities aan waarvoor de lasser wordt gekwalificeerd
?????????? duidt die lasposities aan waarvoor de lasser niet wordt gekwalificeerd |
?Tabel 8– Geldigheidsgebied voor lasposities voor hoeklassen, EN-ISO 9606-1
Proefstuk | Geldigheidsgebied b | |
Enkele laag (sl) | Meer-lagen (ml) | |
Enkele laag (sl) | x | ? |
Meer lagen (ml)a | x | x |
X???????????????????????????? duidt die laagtechniek aan waarvoor de lasser wordt gekwalificeerd.
?????????? duidt die laagtechniek aan waarvoor de lasser niet wordt gekwalificeerd. |
||
a???????????? Tijdens het lassen van het proefstuk moet de keurmeester visuele inspectie verrichten op de 1e laag volgens de eisen van Par. 7.
b???????????? Als een lasser gekwalificeerd is voor een meerlaags stompe las en hij of zij maakt een aanvullende hoeklas zoals omschreven in |
Tabel 10? Geldigheidsgebied voor laagtechniek bij hoeklassen, EN-ISO 9606-1
Geldigheidsgebieden volgens EN-ISO 15614-1?
?
Dikte van het proefstuk t |
Geldigheidsgebied | |||
Dikte van het moedermateriaal |
Dikte van het neergesmolten lasmetaal voor elk proces s |
|||
Niveau 1 | Niveau 2 | |||
E?n laag | Meer lagen | |||
t ? 3 |
0,5 t tot en met 2 t |
max. 2 s |
||
3 < t ? 12 | 1,5 tot en met 2 t | 0,5 t (3 min) tot en
met 1,3 t |
3 tot en met 2 ta | max. 2 sa |
12 < t ? 20 | 5 tot en
met 2 t |
0,5 t tot en met 1,1 t | 0,5 t tot en met 2 t | max. 2 s |
20 < t ? 40 | 5 tot en
met 2 t |
0,5 t tot en met 1,1 t | 0,5 t tot en met 2 t | max. 2 s wanneer s < 20 max. 2 t wanneer s ? 20 |
40 < t ? 100 | 5 tot en
met 200 |
? | 0,5 t tot en met 2 t | max. 2 s wanneer s < 20 max. 200 wanneer s ? 20 |
100 < t ? 150 | 5 tot en
met 200 |
? | 50 tot en met 2 t | max. 2 s wanneer s < 20 max. 300 wanneer s ? 20 |
t > 150 | 5 tot en met 1,33 t | ? | 50 tot en met 2 t | max. 2 s wanneer s < 20 max. 1,33 t wanneer s ? 20 |
a Voor niveau 2: indien kerfslageisen zijn voorgeschreven maar geen kerfslagproeven zijn uitgevoerd, is de maximale dikte? van kwalificatie beperkt tot 12 mm. |
Tabel 7 ? Geldigheidsgebied voor materiaaldikte en dikte van het neergesmolten lasmetaal bij stompe lassen
Dikte van het proefstuk t |
Geldigheidsgebied | ||
Materiaaldiktea |
?? Keelhoogte | ||
E?n laag | ???? Meer lagen | ||
t ? 3 | 0,7 t tot en met 2 t | 0,75 a tot en met 1,5 a | Geen beperking |
3 < t < 30 | 3 tot en met 2 t | ||
t ? 30 | ?5 | ||
Indien een hoeklas is gekwalificeerd door middel van een beproeving van een stompe las, moet het geldigheidsgebied van de keelhoogte worden gebaseerd op de dikte van het neergesmolten lasmetaal.
OPMERKING? a is de nominale keelhoogte zoals gespecificeerd in pWPS voor het proefstuk. a In geval van verschillende materiaaldikten, moet het geldigheidsgebied voor beide dikten van het proefstuk afzonderlijk worden berekend. |
Tabel 8 ? Voor niveau 2: Geldigheidsgebied voor de materiaaldikte en keelhoogte van hoeklassen
Afmetingen in millimeter
Diameter van het proefstuk | Geldigheidsgebied |
D | ?0,5 D |
OPMERKING 1? Bij holle secties met een andere vorm dan rond (bv. elliptisch) is D de afmeting van de kortere zijde.
OPMERKING 2 D is de uitwendige diameter van de pijp van een stompe las of de uitwendige diameter van de aftakkingspijp voor een aftakking (zie Figuur? 4, uitwendige diameter D2). |
Tabel 9 ? Voor niveau 2: Geldigheidsgebied voor de diameter van pijpen en aftakkingen
?
?